" Na een op lovende kritieken onthaalde tournee langs de Belgische jazz-podia, zag tenorsaxofonist Jeroen Van Herzeele zijn kans schoon om met zijn kwartet een plaat op te nemen. De vraag was of de verschroeiende intensiteit die de band live telkens weer ten toon spreidde ook op cd zo ongebreideld en zo krachtig zou overkomen. Het antwoord luidt volmondig ja. Fabian Fiorini, de pianist van dienst, is een muzikale zielsbroeder van Jeroen Van Herzeele. Hij kiest de noten heel secuur, maar levert zich ongeremd over aan de muziek eenmaal een nummer op gang getrokken is. Bassist Jean-Jacques Avenel is één van de grote bassisten van de Europese jazz-scène. Onder meer Steve Lacy en Mal Waldron genoot hij aan zijn zijde, dit als proeve van zijn internationale allure. Drummer Giovanni Barcella, ooit nog "een poëet aan de drums" genoemd, vervolledigt het viertal. Een topformatie waar menig jazz-liefhebber hoge verwachtingen bij koestert, en terecht.
Zeven jaar was het wachten op een release waarin Van Herzeele nog eens als kopman aantrad. 'Da Mo' (een Boeddhistisch monnik uit de Indiase overlevering) is het vele nagelbijten en de ontelbare slapeloze nachten echter meer dan waard. Van Herzeele klinkt meer getormenteerd dan ooit, maar kan ook doseren. De prachtige opener, die luistert naar de lyrische titel 'Litanie van de heilige maria', is een diepgaande ballade waarin Van Herzeele wondermooi, haast onwerkelijk klinkt. Fabian Fiorini tekent voor de compositie (die wellicht ook gebaseerd is op een religieus motief) en zet een prachtige improvisatie neer. De blues is nooit veraf, maar het kwartet is te intelligent om in ongenuanceerde riedeltjes te vervallen. Fiorini kiest met een ongeziene trefzekerheid voor juist die noten die het stuk naar een transcendent platform hijsen. Zijn improvisatie houdt het midden tussen complexe atonaliteit en ontroerende transparantie, een gegeven dat 'Da Mo' uiteindelijk kentekent. Samen met zijn band grijpt Van Herzeele het genre 'jazz' aan om een eigen verhaal te vertellen, dat overloopt van oprechte devotie aan "zijn" waarheid. Muziek die zich niet gemakkelijk laat vatten, maar als een pletwals over de luisteraar heen komt eenmaal de klik gemaakt is.
'Song for Xero' laat dan weer een groep horen die uit zijn voegen barst. Barcella opent met een gejaagde improvisatie, Fiorini raast alle kanten op en Van Herzeele mediteert met een forse klank die vanuit de onderbuik lijkt te komen. Als groot bewonderaar van legende John Coltrane concerteerde Van Herzeele in 2007 met een hommage aan John Coltrane en diens avant-gardistische (slot)periode. Die invloed is op 'Da Mo' niet weg te denken. Niet alleen qua geluid, maar ook qua intensiteit zit van Herzeele op een gelijkaardig spoor. Met een uitvoering van 'Leo', één van de latere composities van dit icoon, doet hij die hommage nog eens over. Het nummer ontploft in een orgiastisch kluwen van geluid. Fiorini onderbouwt met spannende akkoorden, Jean-Jacques Avenel begeleidt steviger dan ooit te voren en Barcella zelf laat de cimbalen heftig weerklinken. Van Herzeele scheurt zijn sax bijna aan flarden. Sedert de dood van Coltrane in 1967 slaagden nog maar weinig muzikanten erin om zoveel bezieling in een één gebalde track van nog geen tien minuten onder te brengen.
Ook in duo vullen Van Herzeele en Fiorini elkaar vlot aan. Het prachtige 'De grote oostelijke zon' is een intieme, doorleefde dialoog tussen de twee meesters. Afwisseling genoeg trouwens, want even later leent zangeres Irène Aebi haar donkere, hese stem aan 'As Usual', een compositie van haar overleden man Steve Lacy. Haar sfeervolle bijdrage blijft beperkt tot het zingen van het thema; in essentie is ook dit een nummer waarin het kwartet de grenzen aftast tussen jazz en spiritualiteit. Lacy-gewijs opent Van Herzeele zijn improvisatie met een piepende, overslaande tenor-kreet. Fiorini imiteert van Herzeele met gevoel voor humor, terwijl Avenel de spanning onder het oppervlak bestendigt met krachtige baslijnen. Fiorini besluit zijn zwalpende improvisatie met een grappig loopje; Avenel bewaart de sérieux en laat horen wat voor moois zijn solide bas in zijn mars heeft.
Opvallend is dat de groep elke vorm van internationale ambitie lijkt af te zweren. De Nederlandstalige tracknamen (een verschijnsel dat tegenwoordig geserveerd blijft voor de kleinkunst?) en de nogal goedkope, lelijk vormgegeven cd-hoes beperken de kans dat 'Da Mo' internationale faam zal verwerven. Ook het ontbreken van een begeleidend boekje is een spijtige zaak; een inzage in het ontstaansproces van een meesterwerk als 'Da Mo' ware immers niet overbodig. De bescheidenheid die Jeroen van Herzeele eigen is, zou echter evenzeer kunnen behoren tot de invloed van John Coltrane op Van Herzeele's persoon. En de eerlijkheid gebiedt te stellen dat 'Da Mo' ook zonder vormelijke tierlantijntjes overkomt. De muziek spreekt immers voor zich. En hoe... " Jan-Jakob Delanoye. Kwadratuur
Zeven jaar was het wachten op een release waarin Van Herzeele nog eens als kopman aantrad. 'Da Mo' (een Boeddhistisch monnik uit de Indiase overlevering) is het vele nagelbijten en de ontelbare slapeloze nachten echter meer dan waard. Van Herzeele klinkt meer getormenteerd dan ooit, maar kan ook doseren. De prachtige opener, die luistert naar de lyrische titel 'Litanie van de heilige maria', is een diepgaande ballade waarin Van Herzeele wondermooi, haast onwerkelijk klinkt. Fabian Fiorini tekent voor de compositie (die wellicht ook gebaseerd is op een religieus motief) en zet een prachtige improvisatie neer. De blues is nooit veraf, maar het kwartet is te intelligent om in ongenuanceerde riedeltjes te vervallen. Fiorini kiest met een ongeziene trefzekerheid voor juist die noten die het stuk naar een transcendent platform hijsen. Zijn improvisatie houdt het midden tussen complexe atonaliteit en ontroerende transparantie, een gegeven dat 'Da Mo' uiteindelijk kentekent. Samen met zijn band grijpt Van Herzeele het genre 'jazz' aan om een eigen verhaal te vertellen, dat overloopt van oprechte devotie aan "zijn" waarheid. Muziek die zich niet gemakkelijk laat vatten, maar als een pletwals over de luisteraar heen komt eenmaal de klik gemaakt is.
'Song for Xero' laat dan weer een groep horen die uit zijn voegen barst. Barcella opent met een gejaagde improvisatie, Fiorini raast alle kanten op en Van Herzeele mediteert met een forse klank die vanuit de onderbuik lijkt te komen. Als groot bewonderaar van legende John Coltrane concerteerde Van Herzeele in 2007 met een hommage aan John Coltrane en diens avant-gardistische (slot)periode. Die invloed is op 'Da Mo' niet weg te denken. Niet alleen qua geluid, maar ook qua intensiteit zit van Herzeele op een gelijkaardig spoor. Met een uitvoering van 'Leo', één van de latere composities van dit icoon, doet hij die hommage nog eens over. Het nummer ontploft in een orgiastisch kluwen van geluid. Fiorini onderbouwt met spannende akkoorden, Jean-Jacques Avenel begeleidt steviger dan ooit te voren en Barcella zelf laat de cimbalen heftig weerklinken. Van Herzeele scheurt zijn sax bijna aan flarden. Sedert de dood van Coltrane in 1967 slaagden nog maar weinig muzikanten erin om zoveel bezieling in een één gebalde track van nog geen tien minuten onder te brengen.
Ook in duo vullen Van Herzeele en Fiorini elkaar vlot aan. Het prachtige 'De grote oostelijke zon' is een intieme, doorleefde dialoog tussen de twee meesters. Afwisseling genoeg trouwens, want even later leent zangeres Irène Aebi haar donkere, hese stem aan 'As Usual', een compositie van haar overleden man Steve Lacy. Haar sfeervolle bijdrage blijft beperkt tot het zingen van het thema; in essentie is ook dit een nummer waarin het kwartet de grenzen aftast tussen jazz en spiritualiteit. Lacy-gewijs opent Van Herzeele zijn improvisatie met een piepende, overslaande tenor-kreet. Fiorini imiteert van Herzeele met gevoel voor humor, terwijl Avenel de spanning onder het oppervlak bestendigt met krachtige baslijnen. Fiorini besluit zijn zwalpende improvisatie met een grappig loopje; Avenel bewaart de sérieux en laat horen wat voor moois zijn solide bas in zijn mars heeft.
Opvallend is dat de groep elke vorm van internationale ambitie lijkt af te zweren. De Nederlandstalige tracknamen (een verschijnsel dat tegenwoordig geserveerd blijft voor de kleinkunst?) en de nogal goedkope, lelijk vormgegeven cd-hoes beperken de kans dat 'Da Mo' internationale faam zal verwerven. Ook het ontbreken van een begeleidend boekje is een spijtige zaak; een inzage in het ontstaansproces van een meesterwerk als 'Da Mo' ware immers niet overbodig. De bescheidenheid die Jeroen van Herzeele eigen is, zou echter evenzeer kunnen behoren tot de invloed van John Coltrane op Van Herzeele's persoon. En de eerlijkheid gebiedt te stellen dat 'Da Mo' ook zonder vormelijke tierlantijntjes overkomt. De muziek spreekt immers voor zich. En hoe... "
Jan-Jakob Delanoye. Kwadratuur