friday 29 October
20h
Peter Jacquemyn plays Solo
at Protestant Church, Brabantdam, Pimpz/El Negocito Plaza, Ghent
5€ (or take day/weekend ticket)
Peter Jacquemyn - contrabas
Peter Jacquemyns solo is een eerste resultaat van zijn Mongolië toernee in Juni.
SHOROO 2010
De strakke galop van de taaie, kleine Mongoolse paarden en de waggelende kamelengang leveren de basisritmes van de Mongoolse Mohrin Khuur-muziek.
De eerste snel, strak, met duidelijk bijna overgeaccentueerde strijkstokslag.
De kamelengang loopt trager, veel ruis, af en toe raakt het strijkstokhout de snaar wat de klank een rauw raspend karakter geeft.
Paarden en kamelen vormen de bestaansbasis van de Mongoolse nomaden.
De Urtiin Duu-gezangen van de Mongoolse vrouwen zijn fundamenteel ritmeloos.
Overslaande vocalen met demonische dynamiek; laat de stem schallen over de boomloze steppe.
De nooit tanende wind voert de stem over de uitgestrekte eindeloosheid van de Mongoolse hoogvlakte.
Wind en stem en steppe worden een vibratie.
Mongolen applaudisseren niet.
Als teken van appreciatie maken ze, beide handen op borsthoogte naast mekaar houdend, handpalmen hemelwaarts, laterale cirkelvormige bewegingen in de richting van de zonnecyclus.
Zo halen ze de door de voorstelling vrijgekomen energie naar zich toe, ze nemen deze in zich op en zenden ze terstond terug uit.
Gelijktijdig roepen ze HUREE, HUREE, HUREE!
Mongoolse mannen hebben de voor ons vreemde gewoonte af en toe hun buik te ontbloten waarna ze er uitgebreid op wrijven of trommelen.
Doop je rechterringvinger in je wodkaglas.
Sprenkel het geestrijke vocht in de vier windrichtingen.
Doop opnieuw je rechterringvinger in je glas, sprenkel wodka naar boven en naar beneden, hemel en aarde verbindend.
Bevochtig vervolgens je voorhoofd, spreek een toost uit en ledig in één slok je glas.
Mongolen drinken wodka uit frisdrankglazen.
Enkel mannen voeren deze ceremonie uit.
Vrouwen ledigen zonder plichtplegingen hun glas.
Ceremonies verschillen, in het drinken zijn de Mongoolse man en vrouw gelijk.
Verklarende woordenlijst:
Morin Khuur: paardenhoofdvedel, tweesnarig toetsloos strijkinstrument.
Een kunstig uitgesneden paardenhoofd bekroont de arm van het instrument.
De snaren worden Thic (mannelijke snaar, laag, grondtoon) en Thin (vrouwelijke snaar, hoog, melodiesnaar) genoemd.
Voor zover ik weet berust de gelijkenis met het Engelse 'thick' en 'thin' op louter toeval.
Shoroo: Mongools voor stof, woestijnstof stuift door de nooit aflatende wind gedreven over de vlakte, onophoudelijk, 'from dust to dust...'
Urtiin Du: het 'Lange Lied', ontstond als krachtige dialoog met de blauwe hemel in de eenzaamheid van de overweldigende stilte van de Gobi woestijn.
De korte teksten, soms een tiental woorden, worden in lange melodielijnen steeds herhaald.
De 'blauwe Hemel' wordt in Mongolië als Godheid vereerd.
'Roaring Hooves'-festival: internationaal jaarlijks festival, gesticht in 1999 door Baadma Badamkhorol Samdandamba.
'Roaring Hooves' combineert muziek uit alle windstreken en tijden met de Mongoolse traditie.
Dit festival trekt als een kleine karavaan door het landschap en brengt concerten voor de plaatselijke nomaden.
Ik had in 2010 het voorrecht mee te werken aan dit wonderlijke gebeuren.
Deze cd is de eerste neerslag van mijn Mongoolse ervaring.
|