|
|
|
Textura Canada (04/2016)
"Recorded in 2012 in Denmark, Faerge, the first of the two Machtelinckx/Jensson/Badenhorst/Wouters recordings (it's also, in fact, Machtelinckx's debut recording), perpetuates the two-guitar concept of the Van Deun outing, though this time augments Machtelinckx's and Hilmar Jensson's guitars with Joachim Badenhorst's woodwinds and Nathan Wouters' double bass. The recording's aesthetic calls to mind ECM and Rune Grammofon in equal measure, and the empathy of the musicians and lyrical tone of the material (all compositions credited to Machtelinckx) are both evident. Drums, of course, are absent, but momentum isn't. Prodded by Badenhorst's winding melodic lines and insistent rhythm guitar patterns, the strong scene-setter "Ladakh" moves at a brisk pace, as does the even more breezy "It Could Be Beautiful." As hushed as the music often is, there are moments when a raw guitar flourish nudges the music in an aggressive direction, and Badenhorst, alternating between clarinet and saxophone, is in places so forlorn his playing begins to resemble Arve Henriksen's trumpet. Best of all are the delicately rendered "Hymne" and "Prayer" for the artful nuance with which the four weave their respective parts. In keeping with Machtelinckx's persona, the guitars often provide textural accompaniment to Badenhorst's melodic voicings, and Frisell's compositional influence and playing style are felt on occasion, most audibly during "Almost Gypsy," whose electric guitar phrases and treatments hark back to Frisell's own debut, In Line. Ten sensitively wrought pieces (a couple more experimental in design, too) compose Faerge, which presents collective improvisation at a high level."
Mark Sullivan, All About Jazz (06/03/2016)
"Belgian guitarist/composer Ruben Machtelinckx has built an impressive catalog of recordings as a leader since graduating from the Royal Conservatory of Antwerp in 2010. He tends to work in groups with no drummer, a chamber jazz approach that suits his lyrical, sometimes minimalist compositions well. His guitar style is tasteful and devoid of flashy pyrotechnics: even as leader he will sometimes choose not to take a solo on some tunes, concentrating on accompaniment. Electronic effects are used sparingly, and over the years he has increasingly emphasized acoustic guitar and banjo. His recording career began in 2012 when he went to Copenhagen to take lessons with guitarist Jakob Bro and to record his first album as leader.
On his maiden voyage as leader Machtelinckx plays electric guitar throughout. Hilmar Jensson is an empathetic partner, his guitar lines interweaving with Machtelinckx's: there are a number of extended passages featuring the two guitars in duet. Joachim Badenhorst's woodwinds and Nathan Wouters ' double bass get some space for duets as well. It's an egalitarian ensemble, where any instrument might take the lead. The title tune enters more abstract territory, pure texture gradually giving way to free instrumental interplay. One suspects there was a backlog of compositions to work with for the session, because it runs for nearly an hour, roughly twenty minutes longer than the later albums."
Jakob Baekgaard, All About Jazz (01/10/2015)
"Faerge is an album from 2013 and introduces a constellation with Machtelinckx, fellow guitarist Hilmar Jensson, bassist Nathan Wouters and saxophonist Joachim Badenhorst. Together they play a brand of lyrical chamber jazz where the absence of drums adds extra room for the exploration of melodic motifs. The guitars of Machtelinckx and Jensson intertwine and break away from each other. Gentle layers of distortion are occasionally added like a distant echo from a foreign shore and Badenhorst's horn blows with cool longing and forms singular shapes that become part of the arabesque compositions.
Wouters is the man that keeps it all together, but his bass is not only the pulse that flows underneath it all, but it also resurfaces as a solo instrument. However, this is not really an album based on solos in the traditional sense, but rather a kind of collective improvisation. The playing of Machtelinckx and Jensson is somewhat reminiscent of the empathic understanding between guitarists Bill Frisell and Jakob Bro and those enamored with the Danish guitarist's aesthetic will appreciate the slow sophistication of this record."
Patrick Auwelaert, Kunsttijdschrift Vlaanderen nr. 345, p. 119 (juni 2013)
"Hoewel geen meesterwerk is Faerge een bijzonder beluisterbaar debuutalbum dat voor dit kwartet het beste doet vermoeden voor de toekomst. Het fraaie artwork van Koen van den Broek - een Antwerpse schilder van wie het werk zo mogelijk nog Amerikaanser is dan America - maakt van de lp Faerge bovendien nu al een collector's item."
Georges Tonla Briquet, RifRaf #242, p.21 (januari 2013)
"Een Belgisch-IJslands kwartet met als centrale man gitaristcomponist Ruben Machtelinckx en verder nog saxofonist-klarinettist Joachim Badenhorst, bassist Nathan Wouters en de IJslandse gitarist Hilmar Jensson. Hun debuut, 'Faerge' (veerboot in het Deens), is een rustige trip op zilte binnenwateren ergens in het hoge noorden. Je ziet zo de landschappen, al dan niet in mist gehuld, aan je oog voorbij trekken. Dit is muziek met een zeer hoog poëtisch karakter en sterk filmische inslag. Machtelinckx en Jensson bewijzen dat de combinatie van twee gitaren niet altijd tot decibel(rock) leidt, integendeel. Badenhorst kleurt heel subtiel alles in terwijl Wouters voor de afwerking met een klare lijn zorgt. Prachtig uitgegeven op vinyl met kunstwerk van Koen van den Broek. Je krijgt er de cd bij met twee extra tracks. Een meesterwerkje over heel de lijn. Zeker voor wie de speciale lp/cd box 'Harcore Will Never Die, But You Will' van Mogwai in huis heeft met daarop 'Music For A Forgotten Future'"
Frederik Goossens, Focus Knack, p.49, **** (16.01.2013)
"een opmerkelijk volwassen plaat" (...) De elegante en melodieuze composities die deze jonge gitarist aflevert, bezitten een grote verleidingskracht: geen al te abstracte themas hier, maar vaak meezingbare liedjes hymnes, bijna. Ze worden met wisselende intensiteit gespeeld door een ongebruikelijke bezetting van twee elektrische gitaren (Machtelinckx en Hilmar Jensson), klarinet of saxofoon (alweer een prachtige Joachim Badenhorst) en contrabas (Nathan Wouters). Na meerdere beluisteringen wordt duidelijk hoe strak gemillimeterd en vol uitgekiende spanning de op het eerste gehoor getemperde en meanderende muziek van dit kwartet wel is."
Karel Van Keymeulen, De Standaard, p.c17, *** (12.01.2013)
"Een Belgisch-IJslands kwartet met als centrale man gitaristcomponist Ruben Machtelinckx en verder nog saxofonist-klarinettist Joachim Badenhorst, bassist Nathan Wouters en de IJslandse gitarist Hilmar Jensson. Hun debuut, 'Faerge' (veerboot in het Deens), is een rustige trip op zilte binnenwateren ergens in het hoge noorden. Je ziet zo de landschappen, al dan niet in mist gehuld, aan je oog voorbij trekken. Dit is muziek met een zeer hoog poëtisch karakter en sterk filmische inslag. Machtelinckx en Jensson bewijzen dat de combinatie van twee gitaren niet altijd tot decibel(rock) leidt, integendeel. Badenhorst kleurt heel subtiel alles in terwijl Wouters voor de afwerking met een klare lijn zorgt. Prachtig uitgegeven op vinyl met kunstwerk van Koen van den Broek. Je krijgt er de cd bij met twee extra tracks. Een meesterwerkje over heel de lijn. Zeker voor wie de speciale lp/cd box 'Harcore Will Never Die, But You Will' van Mogwai in huis heeft met daarop 'Music For A Forgotten Future'"
Georges Tonla Briquet, Jazzmozaiek zeer goed, p.45 (2013/1)
"Met de ongewone combinatie van twee gitaren, saxofoons, kla- rinetten en contrabas biedt dit Belgisch-IJslands kwartet ons een luistertrip aan richting het Scandinavische noorden. Niet toevallig betekent faerge veerboot in het Deens. Alhoewel Machtelinckx en Jensson de koers bepalen, stuurt Badenhorst meer dan regelmatig bij terwijl Wouters telkens de juiste ondersteuning biedt. De atmosferische melodielijnen doen willens nillens denken aan een welbepaald onderdeel van de ECM-catalogus. Op de plaat blijven de electrospielereien heel beperkt. Live wordt dit aspect uitvergroot wat leidt tot meer hoogspanning, een element dat bij de opname net iets ontbreekt. Faerge staat synoniem voor een uiterst intimistisch luisterspel. Net als een pen die op rijstpapier kunstzinnige lettertekens aanbrengt. Visueel valt de hoes trouwens op door het artwork van Koen van den Broek. Voor wie nog steeds geen platendraaier in huis heeft, is dit het uitgelezen moment om er een te kopen. De cd krijg je er bij met twee extra tracks."
Jeroen Revalk, Cobra.be, **** (04/01/2013)
"Met twee elektrische gitaren, een contrabas en een klarinet of saxofoon maakt het kwartet van Ruben Machtelinckx poëtische en sfeervolle jazz.
Tijdens de jaarwisseling verscheen nog een knap debuut van een kwartet rond de jonge Gentse gitarist Ruben Machtelinckx (1986). Op 'Faerge' omringt hij zich met contrabassist Nathan Wouters, klarinettist en saxofonist Joachim Badenhorst en de IJslandse gitarist Hilmar Jensson. Samen maken ze muziek die ergens zweeft tussen sfeervolle soundtracks, intieme kamerjazz en warme instrumentale songs.
Gitaargetokkel voor liefhebbers van Bill Frisell en Flying Horseman. Jazz die de sfeer oproept van de trio's van klarinettist Jimmy Giuffre: met Paul Bley en Steve Swallow in vrije improvisaties boordevol ingehouden schoonheid, of met Jim Hall en Ralph Pena in folkjazz met meer compositorische houvast.
Zoals de trio's van Giuffre heeft dit kwartet een eerder verrassende samenstelling. De combinatie van twee elektrische gitaren, een contrabas en een sax of klarinet is niet echt een klassieke bezetting in de jazz. Maar het is een mooie en intrigerende combinatie waarin de muzikanten in alle vrijheid met de thema's van Machtelinckx kunnen spelen en reageren op elkaars voorzetten.
De stukken op 'Faerge' (Deens voor 'veerpont') nemen je mee naar weidse vlaktes, krakende sneeuwlandschappen of ijle bergtoppen. De titels verraden een hang naar bezinning, naar eenzaamheid, naar spiritualiteit. Verstilde schoonheid die wordt gereflecteerd op de hoes door het mooie artwork van Koen van den Broek, maar ook in de melancholische sfeer die alle muziek uitstraalt.
Ruben Machtelinckx is in 2010 afgestudeerd aan het conservatorium van Antwerpen. Die zomer was hij al te zien op het podium van Jazz Middelheim met het gelegenheidsproject Le Pragmatisme du Barman met de Amerikaanse trompettist Peter Evans als coach.
Daarvoor had Ruben al eens een masterclass gevolgd bij Hilmar Jensson. Die IJslander komt uit de avant-gardescene van Reykjavik waar hij onder meer actief is als lid van de muzikale denktank Kitchen Motors. Maar Jensson is ook bijzonder actief in de improvisatiescene van New York. Samen met Joachim Badenhorst speelt Jensson bovendien in het Belgisch-IJslandse kwartet Mógil, waaraan de muziek op 'Faerge' af en toe doet denken."
Guy Peeters, Enola.be , 7,5 (03/01/2013)
"Wie regelmatig de Vlaamse jazzpodia afschuimt, heeft de jonge gitarist Ruben Machtelinckx zeker al aan het werk gezien en vastgesteld dat de man er een eerder ingetogen stijl op nahoudt die moeilijk aan één stijl of genre vast te pinnen is. Toch zal een eerste beluistering van Faerge een verrassing zijn, door het evenwicht en de maturiteit waarmee gemusiceerd wordt.
Machtelinckx was onlangs de hort op met het eclectische gezelschap An Expedition Into The Mind Of Sgt. Fuzzy, speelt in het trio Amygdala en was ook al te horen op Follow The Sound 2012 (een instant composing-project van Kris Defoort) en Jazz Middelheim (een concert o.l.v. trompetvirtuoos Peter Evans), maar de release van dit album met het kwartet met de IJslandse gitarist Hilmar Jensson en Belgen Joachim Badenhorst (klarinet, basklarinet, tenorsax) en Nathan Wouters (bas) is als we het goed hebben zijn eerste release als leider.
Het is alleszins een behoorlijk straffe line-up, want Jensson leidt het tussen jazz en rock pompende Tyft, is de vaste gitarist van Jim Blacks AlasNoAxis en dus een bekende in het New Yorkse milieu van o.m. Trevor Dunn, Andrew D'Angelo, Tim Berne en Chris Speed. Wouters speelt ook in Amygdala en Banjax en was er een paar keer bij op Middelheim, terwijl Badenhorsts gestage opmars verder gezet wordt. Spelen met gitaristen is voor hem dan ook geen probleem, gezien zijn voorgeschiedenis bij Equilibrium (Mikkel Ploug), Taro (Martin Schönlieb) en Os Meus Shorts (Nico Roig).
Vanaf "Ladakh" pakt het kwartet uit met een zeer homogene sound en stijl, die inzet op atmosfeer, maar soms vernuftig in elkaar steekt. Zo heb je een koptelefoon nodig om uit te vissen hoe elegant de gitaren rond elkaar strengelen en voortdurend variëren op een handvol melodieën, terwijl Badenhorst zich te buiten kan gaan aan weemoedigheid die rechtstreeks uit Scandinavië lijkt te komen. Het is een klassiek procédé om zo'n stuk steeds expressiever, intenser en luider tot bloei te laten komen, maar het resultaat is ronduit bedwelmend en bloedmooi.
De ingetogen gitaarstijl wordt eigenlijk doorheen het hele album aangehouden, met subtiel getokkel en voorzichtige textuurverschuivingen. Je hebt geen enkele keer een moment dat er per se geschitterd moet worden met heftige akkoordenreeksen, exuberante uithalen of elastische solo's die een en al virtuositeit uitbraken. In het tweedelige "Hymne" leidt het aanvankelijk tot muziek die een plaatsje opzoekt tussen de Americana van Bill Frisell en die van Erik Friedlander, waarbij het intieme, haast sentimentele eerste deel een mooi vervolg krijgt in een iets soberdere, afstandelijkere tweede helft.
In "Louisiana" valt er weinig blues, dixie of Cajun te rapen, maar wel filmische twang die uiterst evocatief werkt en een prachtige klarinetmelodie meekrijgt. Een ander schittermoment voor Badenhorst, is zijn tenorsolo in "Früh Stuk", die verrast door zijn emotionele impact. Dit had in handen van minder creatieve muzikanten wat steriel kunnen worden – hier is het een moment van ingetogenheid met weerhaakjes die net ver genoeg uitsteken om hun werk te doen.
Het is pas op de tweede albumhelft dat er een echte wending in aanpak te onderscheiden valt. Sluit "Almost Gypsy" met zijn hypnotische gitaardans en een stukje waarin Badenhorst en Wouters even aan de dromerige sfeer ontsnappen, nog aan bij de eerste helft, dan gaat de titeltrack van start met scratchy gitaareffecten, strijkstok en luchtmanipulaties in een mondstuk. Heel even doet het gitaarwerk denken aan Marc Ducrets spielereien met het volumepedaal, maar een tweede gitaarpartij geeft het geheel haast iets ritualistisch, een stuk impressionisme met gekapte gitaaraccenten, tegen drone aanleunende bas en wazige klarinetgolven. Een knappe wending.
"Prayer", dat eerder ook al aan bod kwam bij Amygdala en An Expedition Into The Mind Of Sgt. Fuzzy, krijgt hier een nieuwe inkleding, terwijl afsluiter "Zeilen, Heuvels" begint en eindigt met zoemende versterkers die van elkaar gescheiden worden door een vertrouwd klinkende, maar iets eigenzinniger invulling dan op de eerste albumhelft. Het maakt van Faerge een zeer homogene plaat met toch voldoende variatie en prikkels om je als luisteraar bij de les te houden.
Maar vooral: Machtelinckx is erin geslaagd om potentiële valkuilen te ontwijken met verfijnde composities, die hij uitvoert met veelzijdige collega's die het talent in de vingers hebben om van het album een zeer geslaagd debuut te maken. "Faerge" zou Deens zijn voor 'pont' of 'ferry'. De associaties van water, open horizon en reizen die het oproept, zijn dan ook gepast. Faerge verscheen op de valreep nog in 2012, maar is eigenlijk de eerste knappe Belgische trip van 2013."
Koen Van Meel, Kwadratuur ***1/2 (01/01/2013)
"Wie de mooie en vaak verstilde muziek van het viertal Machtelinckx / Jensson / Badenhorst / Wauters hoort, zal niet veel moeite hebben om te begrijpen waarom de groep niet als het kwartet van haar leider, de Belgische gitarist Ruben Machtelinckx door het leven gaat. De klassieke jazzgeplogenheden zijn op 'Faerge' immers in geen velden te bespeuren. Met zijn IJslandse collega Hilmar Jensson (Jim Black, Kitchen Motors, Mogil, Trevor Dunn) en zijn landgenoten Joachim Badenhorst (Han Bennink, Mogil, Equilibrium) en bassist Nathan Wouters laat de pas zesentwintigjarige Machtelincks de klassieke akkoordenschema's en de vorm van thema en chorussen voor wat ze zijn.
De vier belanden zo in een etherische sound die nooit het herkenbare spel van spanning en ontspanning speelt, maar in een impressionistische staat van vloeibaarheid verkeert. Grote climaxen zijn afwezig en de melodieën kennen een schijnbaar willekeurig verloop. Ze stevenen niet op hun doel af, maar zweefvliegen van links naar rechts, glijdend volgens de weg van de minste weerstand. Als de vier de teugels even loslaten en vrij gaan improviseren, blijft het subtiele weefsel (waarin de muzikanten meer dan eens gelijkwaardig aanwezig zijn) intact. Reken daarbij de brede, soms weemoedig aandoende harmonieën en 'Faerge' wordt een plaat om voor te gaan zitten, of liggen.
Echter niet om zomaar wat bij weg te dromen, want de muziek en het samenspel van de vier muzikanten is uiterst geraffineerd en rijk aan details. Bovendien wordt het concept elke keer anders ingevuld, wat het album onder de schijnbaar uniforme bovenlaag heel gevarieerd maakt.
Opener 'Ladakh' laat meteen een elegant meanderende melodie horen in precies samenspel van gitaar en klarinet. Hoe fragiel de balans tussen de verschillende muzikanten is, mag duidelijk worden uit het piepen van Wouters' contrabas (met een hese klank die aan een oosterse bamboefluit doet denken) dat perfect mengt met Badenhorsts klarinet. Voor 'Louisiana' voeren de tokkelende gitaristen het tempo op, maar zonder de onderkoelde nevelen waarin de muziek gehuld is te verstoren en in 'Almost Gypsy' lijkt de melodie in een metrisch vacuüm te zweven, zonder dat de muzikanten elkaar kwijtspelen.
Halverwege de plaat verandert de groep wat van toon. Het titelnummer en 'Danish Funeral' (een van de twee nummers die niet op de lp, maar wel op de bijgeleverde cd staan) beginnen met abstractere passages. Gemillimeterd zacht gefrutsel en gepiep resulteert in een collage van subtiele geluidsnuances die vooral in het tweede stuk een industriële inslag krijgt. Enige duisterheid is de muziek niet vreemd, maar de schakeringen geven de muziek diepte en rijkdom en steevast zoekt de compositie haar weg naar meer melodisch vaarwater.
In 'Prayers' opereert de band als blok. De statigheid die zo haar intrede doet, draait de muziek echter niet op slot. De souplesse van de andere stukken blijft bewaard, net als het ongrijpbare van het geluid. Het afsluitende 'Zeilen, Heuvels' zet in met ruisen en kraken als van een oude radio, aangevuld met statische zoemtonen. Opnieuw is er echter een melodisch middendeel dat abrupt afgebroken wordt om terug te keren naar de soundscape van het begin. Toch is de breuk ook hier geen shock: de finesse en de low profile attitude blijven gegarandeerd zonder dat dit laatste resulteert in vrijblijvend geneuzel. Een prestatie op zich die het mooi 'Faerge' alleen maar meer glans geeft."
Jakob Bro, October 2012
"A truly beautiful and warm sounding collection of songs from the heart."
|
|
|
|