|
|
|
Danny De Bock, Jassepoes.be (11/04/2015)
"Sweet Defeat vaart onder de vlag van kamerjazz, een term die verfijning en een zekere lichtheid laat verwachten. Zeer zeker komt de muziek van dit trio daaraan tegemoet, al meteen met serene opener 'Backdrop Teardrop'. Vercampt strijkt de cello en speelt pizzicato met de ernst van de klassiek geschoolde muzikant die hij is, Wouters laat de klarinet zowel vrolijk als triestig klinken en Dockx laat de snaren van zijn gitaar in de stemming meetrillen. Het eerste nummer is een rustig vertrekpunt waarna het trio vele kanten uitgaat, als richtingwijzer blijft het nog vaag.
In wat volgt krijgt de kamerjazz geregeld een draai, vaak met uitgesproken humoristische kwinkslagen, soms met theatrale uitvergrotingen van gevoelens. Al gauw krijgt de luisteraar er bestuiving met rockmuziek bij en doet de gitarist (zoals ook in andere bezettingen waarin Dockx speelt) denken aan Marc Ribot, maar je hoort heel duidelijk dat hier een ander talent speelt. 'Cocooning Bitch' doet het lichtvoetig. 'The Throbbing - Fruit - Exposure' pakt feller en donkerder uit.
Omdat nu eens de verfijning de bovenhand krijgt en elders de rocktouch, de theatraliteit of ook wel eens de absurditeit, krijg je behoorlijk wat afwisseling bij Sweet Defeat. Bij 'Jingle Toe' loeren The Residents bijna om de hoek, maar Wouters komt met een heel ander stemgeluid aanzetten. 'The Squirrel Apologizes' komt heel cartoonesk boos over. 'Formule Spatula' doet dan weer aan als vrolijke, zuiderse folk die wil rocken. 'Maybe This Is Shit' is intriest...
Of ze het nu simpel lijken te houden of duidelijk hun technische bagage uitspelen, in de compactheid van de bezetting en de nummers klinkt de bijzondere chemie door van een hechte samenwerking en een sprankelende creativiteit. "Opatuur, you lit the fuse, man!" staat in kleine letters op de achterflap. Duidelijk een verwijzing naar hun eerste samenspel. Dankzij el Negocito Records is Sweet Defeat nu voor meer oren beschikbaar."
Ben Taffijn, Draai om je Oren Blogspot, (10/04/2015)
"Twaalf miniatuurtjes, verdeeld over drie delen. Waarbij de instrumenten - rieten, cello en gitaar - lustig om elkaar heen cirkelen in over het algemeen welluidende melodieën, die regelmatig meer aan hedendaagse kamermuziek doen denken dan aan jazz. Maar, mét een rafelrandje, dat wel! Want naast hedendaags klassiek en jazz mengen de heren ook nog folk en soms een scheutje rock in hun brouwsel, zoals in 'From Gutter To Nowhere', waar gitarist Bert Dockx enthousiast aan de snaren plukt en zo voor een mooi contrast zorgt ten opzichte van cellist Lode Vercampt en rietblazer Tom Wouters, die in dit nummer de basklarinet hanteert. Zij kiezen hier namelijk voor het klassieke idioom.
Het is een bijzonder trio dat zich hier verzameld heeft. Wouters, de initiatiefnemer, kennen we van de Flat Earth Society, de band die balanceert op het snijvlak van jazz en rock en zijn inspiratie onder andere weghaalt bij Frank Zappa. Dockx is eveneens een alleseter, getuige zijn verrichtingen met Flying Horseman en Dans Dans. Vercampt tenslotte kennen we van het Radio KUKAorkest en het Brick Quartet. Maar nu dus samen in een toch wel aparte triobezetting. De combinatie rieten-cello-gitaar is immers geen alledaagse.
Het levert in dit geval echter een alleszins sterke cd op. Zie in 'Backdrop Teadrop' de klarinet en de gitaar om elkaar heen draaien, terwijl de gitaar een tegenmelodie speelt, die allengs woester wordt. Of Tom Wouters, die in 'Cocooning Bitch' een speelse solo blaast op zijn klarinet als tegenwicht van het patroon dat gitaar en cello met elkaar weven. Dat Wouters ook nog kan zingen bewijst hij in 'Jingle Toe', een wat melig liedje dat teruggrijpt naar de jaren twintig van de vorige eeuw, inclusief de galm die erbij hoort. 'The Squirrel Apoligizes' is een hoogtepunt op het album. Het wilde gitaarspel van Dockx en het enthousiaste duet tussen Vercampt en Wouters stuwen de muziek tot grote hoogte. Gaandeweg ontspoort het nummer op aangename wijze. Dat krijg je als een eekhoorn zijn excuses gaat aanbieden!"
Mark Corroto, All About Jazz, (21/03/2015)
"If film director Jim Jarmusch had been born in Ghent, Belgium, instead of Cuyahoga Falls, Ohio, he probably would have used the trio Sweet Defeat to score his early movies instead of John Lurie. This Belgian trio of multi-reed player Tom Wouters (Flat Earth Society), guitarist Bert Dockx, and cellist Lode Vercampt create a sort of chamber jazz that sidesteps conventional routes for back alleys, gin joints, and boxcars.
Their eponymous initial release opens with bowed cello, clarinet, and picked guitar notes. "Backdrop Teardrop" has a simplicity of melody that expands outward into a complex web spun from a blues guitar riff and pizzicato cello. The music here, while framed as cultured, constantly threatens to become feral. "The Throbbing -Fruit—Exposure" juxtaposes inside with outside, the staid chamber lines of Vercampt's cello are spliced with the punk attack of Dockx' guitar. Is he quoting "Blister In The Sun" by the Violent Femmes?
Sweet Defeat treads a territory similar to that explored by Tom Waits. They find nobility in the carny's caravan of song. Maybe the musicians are a bit tipsy, their manner is brusque, but the dirt under their fingernails cannot disguise the loveliness of a composition like "Maybe This Is Shit," an inebriated blues, or the off-kilter circus- themed "This Enigmatic Body is Achin.'" Elsewhere, the trio plots a succinct groove on "Thin Din" that would make Django Reinhardt grin, doses the ears with the barking hardcore "The Squirrel Apologizes," and weaves a fitting theme song with "The Vomiting Beauty." Their music, as opposed to their song titles (gulp!) is indelibly memorable."
Pablo Smet, Jazzmozaiek 01/2015 p.47, zeer goed
"Het bindmiddel tussen jazz en kamermuziek met een hoek af luistert naar de naam Sweet Defeat. Vergis je niet: op dit album geen kamermuziek in de klassieke zin, geen traditionele jazz en geen hap-slik-klaar-weg composities. Klarinet en andere rietinstrumenten (Tom Wouters) dagen cello (Lode Vercampt) en elektrische gitaar (Bert Dockx) uit, in een voortdurend spel van aantrekken en afstoten. Dit trio zorgt voor een verrassende sound die buiten de grenzen van jazz en kamermuziek associaties oproept met zowel Violent Femmes (The Throbbing - Fruit - Exposure) als John Cale (Jingle Toe en This Enigmatic Body Is Achin, de composities met zang/ spoken word), maar die door de orkestratie toch duidelijk een eigen weg gaat. Rustige, ingetogen stukken worden afgewisseld met lappen (om de oren) waarbij de energie in het rond spat. Tom, onder meer ook actief bij Flat Earth Society, componeerde op geheel eigen wijze de twaalf stukken en de kersen op de taart worden u aangeboden door Bert en Lode. Eén van de vele mooie uitgaves van de jongste maanden op het Gentse El Negocito Records. Het album wordt opgedragen aan René 'GoDeviLLe' De Wever. Benieuwd wat hij er van zou vinden..."
Guy Peters, Cobra.be, (23/01/2015)
" Lang zag het ernaar uit dat Sweet Defeat een geheimpje zou blijven van het café- en huiskamercircuit waar ook al eens over de genremuurtjes gekeken wordt, maar nu is er dan toch een eerste album (verschenen bij – waar anders? - het Gentse El Negocito Records). Die langspeler laat een goed op elkaar ingespeelde band horen die het label van de kamermuziek prompt aan flarden rukt.
Met de combinatie van cello, gitaar en rieten is dat immers het eerste waar je aan denkt: kamermuziek. Met minstens één been in de klassiek en een welgemanierde vorm van samenspelen die ook geschikt is voor zondagse brunches en aperitiefconcerten. En zo lijkt het aanvankelijk ook van start te gaan met 'Backdrop Teardrop', een afgemeten samenspel van zingende cello, lyrisch klarinetspel en prikkelend gitaarwerk. Een soundtrack van muzikaal pointillisme.
De ontregeling vindt echter al plaats voor die song goed en wel ten einde is, en is slechts een van de vele bewijzen van de eigenzinnige aard van deze drie muzikanten. Multi-instrumentalist Tom Wouters (Flat Earth Society), hier op tenorsax en (bas-)klarinet, krijgt gezelschap van de alomtegenwoordige gitarist Bert Dockx (Dans Dans, Flying Horseman, Strand) en cellist Lode Vercampt (Brick Quartet, RadioKUKAorkest), die zich ook weet te weren in de meest uiteenlopende contexten, van jazz en improvisatie tot hedendaagse muziek. Bakken bagage en nog meer karakter, goed voor momenten van hechte verkenningen, radde loopjes, kribbelkrabbeltjes en plotse frivoliteit.
Songtitels als 'Cocooning Bitch', 'The Vomitting [sic] Beauty' en 'Virtual Zombie' zijn nog zo'n indicatie van een onvermogen om het spel braafjes volgens de regels te spelen. Het rebelse en absurde van Flat Earth Society zit er ook in, maar zonder de uit z'n voegen barstende braderijgekte. Je krijgt een combinatie van unisono spel én semi-parallelle partijen die zich bewegen langs onvoorspelbare uithoeken en hobbelige zijsporen. Soms best taai en onvoorspelbaar ('From Gutter To Nowhere'), maar net zo vaak met een wat zwalpende flair die herinnert aan de composities van John Lurie (The Lounge Lizards).
Mooi trio in de buik van de plaat: 'Maybe This Is Shit', ondanks die titel de meest fragiele en behaaglijke compositie van het album, gevolgd door de achtervolgingsspanning van 'The Squirrel Apologizes' en 'This Enigmatic Body Is Achin', waarin cello en tenorsax zo weggelopen lijken bij het ICP Orchestra, maar gaandeweg gekozen wordt voor een wending met theatrale voordracht van Wouters en driftig gegeselde snaren bij zijn kompanen.
Met zijn titelloze debuut heeft Sweet Defeat dus niet gekozen voor een brokje cocktailmuziek dat er ingaat als een romig papje, maar een creatief, knobbelig samenspel om stevig en lang op te kauwen, waarbij de drie in voortdurend wijzigende verhoudingen staan én elk een even belangrijke bijdrage te leveren hebben. Een non-stop uitdagende, muzikale democratie die dringend door wat extra radars moet opgepikt worden."
Dave Sumner, Bird Is The Worm, recommendation (22/01/2015)
"This is a strange one. Sweet Defeat is a trio of Tom Wouters on reeds, Lode Vercampt on cello and Bert Dockx on electric guitar. Carried along by punctuated tempos, the trio switches between a seaside ease, an incisive edge and a fierce burn. This is whimsical music delivered with a deadpan facade. And somehow, amidst all of that, the trio tries to melt some hearts by sneaking in beautiful melodic passages. Very cool, plenty different."
|
|
|
|