|
|
|
Mischa Andriessen, Jazzmozaiek p. 43 **** (2015/3)
"Lang hoef je niet naar deze tweede cd van het Belgische Gratitude Trio te luisteren om erachter te komen dat de muziek van John Coltrane een essentiële inspiratiebron is. Sporadisch duiken er letterlijke citaten op, maar vooral is de geest van een de grootste tenorsaxofonisten in
de jazz voortdurend aanwezig.
Je hoeft evenmin lang naar Alive te luisteren om uit te vinden
dat Jeroen Van Herzeele, Alfred Vilayleck en Louis Favre niet oppervlakkige en gemakzuchtig op Coltranes erfenis voortbouwen.
Er zijn talloze tributen aan de
grote tenorman gewijd, maar
waar de noten nog wel na te spelen zijn, blijkt het toch telkens uitermate lastig om voor Coltranes energie, spiritualiteit en aan het bezetene grenzende geestdrift
een passende vertaling te vinden. Het Gratitude Trio slaagt daar wonderwel in. Blikvanger is natuurlijk saxofonist Jeroen Van Herzeele met zijn gloedvolle, intense en doorleefde spel. Het
is knap dat Van Herzeele op deze manier eer durft te betonen; alles waar Coltrane voor staat is in deze muziek aanwezig en toch is het niet louter epigonisme. Er wordt een gezamenlijk verhaal verteld, overtuigingen worden gedeeld,
die diep van binnen zitten en
met evenveel kracht als liefde naar buiten worden gebracht.
Het ritme-duo Alfred Vilayleck op bas en Louis Favre op drums speelt in dat geheel geenszins een ondergeschikte rol. Het donkerwarme geluid van Vilayleck is een perfecte match voor dat van Van Herzeele en zowel hij als Favre weten op te stuwen zonder de ruimtelijkheid van de muziek
te verstoren. Omdat hun wereld natuurlijk nog veel groter is dan Coltrane, kiest de groep soms voor een pittige funky groove. De geest begint maar weinig zonder lichaam immers.."
Jean Claude Vantroyen, Le Soir Mad *** (30/09/2015)
"Jeroen Van Herzeele est sans doute le meilleur saxophoniste ténor belge du moment. Ou un des, parce qu'on est riche en sax, dans ce pays. On le voit avec Ben Sluijs, Kris Defoort, Greetings from Mercury, son propre quartet, Mâäk et toutes ses géométries, en duo avec Peter Hertmans ou avec Giovanni Barcella. Là, il est avec son Gratitude Trio, c'est-à-dire avec Alfred Vilayleck à la basse électrique et Louis Favre à la batterie. Une formation pleine d'énergie, de punch et de sensibilité qui a accouché de cet album dans les conditions du live dans un studio de Bruxelles. Sept morceaux. De Jeroen (« Psalm »), d'Alfred (« Boubou »), de Louis (« Cri »), des trois ou de Jeroen avec ses potes Otti Van Der Werf et Stéphane Galland (« Nicolette »). Ça tient parfois de l'incantation, parfois de l'énergie pure, parfois du blues, parfois de la prière, parfois de l'ironie. C'est toujours intense, fort, puissant même dans les moments doux. Comme l'était John Coltrane."
Peter De Backer, Het Nieuwsblad Cultuur p.47 **** (06/09/2015)
Jeroen Van Herzeele maakte deze zomer in diverse bezettingen grote indruk op het tweede podium van Jazz Middelheim, wellicht nog het meest met zijn Gratitude Trio. De saxofonist, groot bewonderaar van John Coltrane, heeft een krachtige, bezwerende toon die hier ten volle tot zijn recht komt. De elektrische bas van Alfred Vilayleck geeft de muziek een forse energiestoot, en drummer Louis Favre is uitstekend. Na zes groots uitgewerkte stukken en één kort tussendoortje hapt u na zoveel intensiteit zeker even naar adem."
Danny De Bock, Jassepoes
"Marc Van den Hoof had het dit jaar op Middelheim na het eerste concert met Jason Moran over continuïteit en discontinuïteit in de muziek. Hij noemde Monk een meester van het discontinue en plaatste daartegenover John Coltrane als voorbeeld van muziek in een continuüm. Onder meer in dat opzicht toont Van Herzeele zich hier met Gratitude Trio een volgeling van Coltrane. In elk nummer domineert een voorwaartse flow. Die flow is daarom geen waterval van ideeën die elkaar in snel tempo opvolgen, al is dat niet uitgesloten. In het heel dansbare nummer 'Nicolette' gebeurt dat in een funky groove die wordt herhaald en op weinig meer dan een vierkante meter voortdanst. 'Boubou' ontwikkelt eerst traag en bedachtzaam een logische, quasi rechtlijnige vooruitgang en daar culmineert een soort van blues in een intensiteit die wel in een snelle opeenvolging van vurige noten uitbarst. Dan kan je denken aan de sheet of music van Coltrane en aan de intensiteit die zijn muziek zo typeert.
En dan hebben we het nog niet over zin voor religiositeit gehad, of over liefde. Aan 'A Love Supreme' droegen Joe Lovano en Chris Potter hun concert op Jazz Middelheim op. Op de hoes van deze cd ligt tussen herfstbladeren een hoogzwangere vrouw, met de handen rond haar buik. Het laatste deel van 'A Love Supreme' heet 'Psalm'. Het eerste nummer op deze cd heet ook 'Psalm' - let wel, een compositie van Van Herzeele. Dat nummer staat ook op 'DaMo' van Jeroen Van Herzeele Quartet met Fabian Fiorini aan de piano. Die ging loos met dat gebed, terwijl de saxofonist het hier helemaal zelf leest.
De invloed van een groot voorbeeld beletten niet dat Gratitude Trio zich laat genieten zonder aldoor aan Coltrane te denken. De bezetting in trio helpt daar veel aan. Er is geen pianist of een tweede blazer, het is puur Van Heerzeele met een ritmesectie die bijna maakt dat het lijkt of je naar een rockoptreden luistert. Daar zit de elektrische bas van Alfred Vilaleyck voor iets tussen. Daar helpen ook de blues- en funkinvloeden en een aanpak die soms erg rechttoe rechtaan is. Maar het blijft toch echt wel jazz en je krijgt flink wat variatie. 'Cri' is een langzame elegie, 'Gifle 2' een uitbarsting van freejazz en haastig uitfreaken. Het zijn twee stukken die er wat uitspringen, tussen de langere nummers waarin Van Herzeele zijn zin doet en zijn ding. Hier en daar doet het denken aan een Jon Irabagon, bijvoorbeeld op diens 'Foxy', een man met zijn sax die zich met behulp van een drummer en een bassist lekker laat gaan."
Claude Loxhay, Jazzhalo (07/2015)
"Un trio saxophone, basse,batterie: une formule qui ne pardonne pas la moindre faiblesse. On a eu de célèbres exemples de réussites: Sonny Rollins, Elvin Jones avec Joe Farrell, Ravi Coltrane avec Reggie Washington, et, chez nous, Erwin Vann avec Reggie Washington et Stéphane Galland. Première évidence: il faut un saxophoniste au potentiel énorme, capable d'envolées lyriques comme de déchaînements libertaires et un son réellement personnel: avec Jeroen van Herzeele, pas de problème (Mâäk, MikMâäk, quartet de Ben Sluijs, album "Da Mo", en quartet avec Fabian Fiorini, Jean-Jacques Avenel et Giovanni Barcella). Il faut aussi une rythmique solide, capable de véritablement propulser le soliste: c'est le cas ici.
Professeur aux Conservatoires de Perpignan et de Montpellier, Alfred Vilaylek a une solide expérience: il a fondé le Collectif Koa, avec lequel il a rencontré Mâäk en 2014, il dirige le Big Band du Conservatoire de Perpignan, il a fait partie du sextet de Serge Lazarevitch (un des professeurs du Séminaire de Jazz du Conservatoire de Liège dans les années '90, membre de l'ONJ de Claude Barthélemy) et de Joël Allouche (batteur du projet Chemins croisés de Nathalie Loriers avec Gianluigi Trovesi).
Après avoir abordé le jazz dans le Sud de la France, Louis Favre vient au Lemmensinstituut de Louvain, étudie la batterie notamment avec Dré Pallemaerts, accompagne Selah Sue et fonde un quartet avec Steven Delannoye.
Au répertoire, uniquement des compositions originales: deux du bassiste, une de Louis Favre, trois de Jeroen van Herzeele dont une reprise, Nicolette, à un précédent trio (avec Otti van der Werf et Stéphane Galland) et une compo/impro collective en forme de coup de poing.
L'album démarre en fanfare avec Psalm de Jeroen. Boubou d'Alfred, sur un tempo plus apaisé, permet un beau dialogue entre ténor et basse. Nicolette s'ouvre sur une belle intro solo de ténor, propulsé, ensuite, par le rythme assez binaire impulsé par la rythmique. Le pardon infini débute par un solo de basse de deux minutes qui met le trio sur orbite, Cri se veut étonnamment plus lunaire, tandis que Gifle 2 est un vrai morceau coup de poing très free. L'album se clôt avec Snakes de Jeroen et ses envolées libertaires.
L'enregistrement live restitue bien l'énergie primale du trio: une vraie découverte."
Guy Peters, Cobra.be (25/06/2015)
"Dat de geest van John Coltrane nog altijd nazindert, zelfs tot in België, dat hoor je het best in het spel van tenorsaxofonist Jeroen Van Herzeele. Ook op het tweede album van het Gratitude Trio, zijn band met drummer Louis Favre en elektrisch bassist Alfred Vilayleck, ligt die invloed er dik op. Al valt er ook meer te beleven dan dat.
Van Herzeele's 'Psalm', eentje die hij ook al speelde met zijn Quartet, deelt niet alleen de titel met het befaamde slotluik van 'A Love Supreme' (waarin Coltrane een gebed prevelde door zijn instrument), maar heeft ook een vergelijkbaar timbre, die vocale cadans en dat sluimerende spirituele, wat nog eens aangedikt wordt door het majestueuze ruisen van Favre's cimbalen en de broeierigheid van het samenspel. Verschil is dat hier na een minuut of drie overgeschakeld wordt naar een wiegende groove, die het stuk een andere richting uitstuurt en wat meer licht toelaat.
Ook in Van Herzeele's andere compositie, afsluiter 'Snakes', lijkt verwezen te worden naar die klassieker uit 1965. De melodie lijkt een variatie te zijn op die van Coltrane's 'Resolution', maar wordt hier wel uitgewerkt binnen de context van een funky trancestuk, waarin de lange uithalen langzaam aan de kook gebracht worden.
Dan laten Vilaylecks bijdrages een ander geluid horen. Zowel 'Boubou' als 'Le Pardon Infini 2' vertrekken vanuit een dromerige aanzet, maar verschuiven geleidelijk naar robuuster terrein, om daar helemaal open te bloeien via losse interactie, die dient als lanceerplatform voor Van Herzeele's verschroeiende intensiteit. Dat is meteen ook het grootste verschil tussen de studio-opname van 'Gratitude Trio' (2012) en deze liveplaat: er is meer plaats voor uitweiding en extase.
Een repetitief 'Nicolette' laat tussen bluesy funk en jazz horen dat je in een nauw afgebakende zone onweerstaanbare dingen kan uithalen, al is het meest opvallende stuk hier waarschijnlijk Favre's "Cri", een schimmig raadsel met een fragiele, haast pastorale sereniteit. En die krijgt dan explosief weerwoord van 'Gifle 2', tachtig seconden botsende impro met punkenergie.
Grenzen worden er niet mee verlegd, maar het is wel een geinige toevoeging aan een album dat het vooral moet hebben van warmbloedig, complexloos samenspel, slinkse grooves en dat gedreven en (nog steeds) onderschatte spel van Van Herzeele."
|
|
|
|