|
|
|
Tom Greenland, The New York City Jazz Record, p. 16 (oktober 2015)
"Asterisk, pianist Erik Vermeulen's fourth trio effort, with Italian bassist Manolo Cabras and Czech drummer Marek Patrman (Antverpians all), documents the band's seamless working relationship. Leaving many phrases unresolved, the music seems to ask more questions than it answers. Most of the compositions are short vignettes, three minutes or under, half of them composed by Vermeulen, the rest free pieces. Straddling that line between improvised composition and composed improvisation, Vermeulen & Co. achieve an ebb and flow of subtle excitement that elevates and sustains tracks like the slowly escalating "Onaf", crowded-yet-calm title track, self-circling "Masque", subliminally swinging "Tainted Lengths", loosely precise "Maracas" and intimate closing duet "Stelle"."
Jan-Jakob Delanoye, Kwadratuur (30/10/2014) ***
"Stilstaan is achteruitgaan. Als de uit West-Vlaamse klei geboetseerde jazzpianist Erik Vermeulen een voorkeur heeft qua volkswijsheden, dan zou het wel eens die kunnen zijn. Hebben de meeste mensen naarmate ze ouder worden de neiging om terug te vallen op gewoontes die zich al jaren lang routineus in stand houden, dan is bij deze in 1959 geboren muzikant eerder het omgekeerde aan de hand. Vermeulens lyriek, die eens herkenbaar, zangerig en relatief doorzichtig was, wordt steeds meer amorf. Op 'Asterisk', zijn jongste trioplaat, lijkt Vermeulens taal – eens behoorlijk conventioneel – in regressie te gaan, als het ware terug te plooien op het negatief van wat de pianist in het verleden deed. Ornamentatie en omspeling: het zijn elementen waarmee Vermeulen zich steeds minder gaat bezig houden. De man zoekt duidelijk naar essenties, die voorbij de grenzen van de tonaliteit verborgen liggen. Met dat zoeken vindt overigens ook een verregaande muzikale nuancering haar weg naar dit album. Atmosferen worden haast onbenoembaar, zoals al duidelijk wordt in openingstrack 'Illegal Beauty'. Droefenis? Troost? Bevrijding? Welk vocabularium kan de schemerzone waarin Vermeulens muziek zich bevindt, recht doen?
Abstracter musiceren binnen een trio is geen vanzelfsprekendheid. Als de contrabas en de drums niet mee willen in een verhaal dat minder welomlijnd is, dan kan de muziek onmogelijk zo schimmig zijn als diegene aan de toetsen voor ogen heeft. In Vermeulens trio zetelen echter alleen musici die niet terug deinzen voor avontuur. Ze zitten volledig op zijn golflengte voor wat betreft de ontwikkeling van zijn hersenspinsels. Op 'Asterisk' moet werkelijk alles zich een weg zoeken: de drums en de contrabas even goed als de piano. In 'Flux' beneemt een mistig gordijn het zicht op wat komen gaat; de compositie is een voorzichtig rondtasten, maar in de vagelijk bekende contouren komt nooit een duidelijke gedaante tevoorschijn. 'Asterisks' vormt een voor dit album typisch tegengewicht. Dit nummer is opvallend beweeglijker en sierlijker, maar even ongrijpbaar qua karakter. Manolo Cabras laat zijn contrabas hevig stuiptrekken, terwijl Marek Patrman het gegeven percussie opnieuw probeert uit te vinden. Vermeulen laat zich in dit kader, waarin alleen totaal vrije improvisatie getolereerd wordt, van een bevlogen kant zien. Of het geheel daarom ergens naartoe gaat, is een vraag waarover Vermeulen en co allicht zouden zeggen dat ze irrelevant is. 'Asterisk' is bovenal een album waarop het proces en de onmiddellijkheid van de intuïtieve beslissingen, die gedurende dat proces worden genomen, centraal staan. Een uitkomst? Is dat belangrijk?
Een oordeel vellen kan alleen aan de hand van criteria. Een album dat zich geheel buiten de geijkte criteria begeeft moeten beoordelen, vergt logischerwijs andere criteria dan de gebruikelijke. Dewelke? Intensiteit is een parameter waarmee Vermeulen en co duidelijk aan de slag gaan. Ze laten hun muziek nooit aanmodderen, maar laten die voortdurend pulseren en stellen die met grote regelmaat in vraag. Spreekwoordelijk thuiskomen is er op 'Asteriks' zelden bij, want aan het eind van een improvisatie is men dikwijls nog verder van huis dan men initieel al was. Wat is bijvoorbeeld 'Nocturne 2' anders dan een zin zonder interpunctie, een frase die minuten duurt en dan ineens ophoudt te bestaan? Om daarna weer een vergeldingsactie op te zetten met 'Quick Look', evengoed een nummer dat uit het luchtledige ontstaat, om er vervolgens in op te lossen. Net in dat vreemde aspect schuilt de magie van dit album: quasi zonder bouwstenen musiceert dit trio vijftien brokjes mystiek bij elkaar. Die mystiek blijft echter niet hangen: ze manifesteert zich gedurende de ganse duur van het album, maar verdwijnt met Vermeulens laatste noot. Replay. Waarna de tovenarij van geblinddoekt prevelen opnieuw kan beginnen..."
Claude Loxhay, jazzaroundmag (09/10/2014)
"Erik Vermeulen (piano), Manolo Cabras (contrebasse), Marek Patrman (batterie) : ces trois-là se connaissent depuis longtemps et leur complicité est totale. Le pianiste, Django d'Or 2003, avait rencontré le Sarde et le Tchèque au sein de The Unplayables (le quartet de Ben Sluijs avec E. Vermeulen en invité) pour l'album « Harmonic Integration » (Werf 2007) puis avait enregistré avec eux, en trio, « Live Chroma » (Werf 2009) et, dès 2002, il avait gravé « Inner City » avec Marek Patrman. Chacun possède une longue expérience au sein de formations aventureuses : duo d'Erik avec Ben Sluijs (album « Décades » chroniqué ici dernièrement) ou avec Seppe Gebuers (« Antiduo », El Negocito) mais aussi quartet de Manu Hermia (Rajazz) et de Bart Defoort (Moving). Manolo Cabras est l'un des bassistes les plus actifs de la scène belge : trio avec Manu Hermia, Heptatomic d'Eve Beuvens, quartet de Ben Sluijs avec Jeroen van Herzeele (« True Nature, » Somewhere In Between »), quartet de Free Desmyter, différentes formations avec Chris Joris ou Pierre Vaiana. Il dirige son propre quartet avec Jean-Paul Estiévenart et Nicola Andrioli (concert au Pelzer Jazz Club) et a enregistré un passionnant album personnel : Manol Cabras & Basic Borg, « I Wouldn't Be Sure », avec le saxophoniste italien Ricardo Luppi et la vocaliste Lynn Cassiers. Sur scène, on découvre un musicien qui vit véritablement sa musique. Quant à Marek, outre les groupes avec Manolo, on le retrouve dans les quartets de Daniele Esposito (contrebasse), Augusto Pirroda (piano), Stéphane Mercier (saxophone alto) ou François Decamp (guitare). Preuve de l'interaction constante entre les trois fortes personnalités, un répertoire de 15 compositions originales, certaines d'Erik seul (Subdominance, Onaf, Nocturne 1 et 2), d'autres écrites/improvisées en commun. Tout cela au service d'une musique aventureuse qu'on pourrait qualifier d'impressionniste. Manolo et Marek ne sont pas de simples accompagnateurs, même si le piano reste dominant dans la construction des thèmes, à l'exception de Quick Lock, duo contrebasse-batterie. La contrebasse fiévreuse de Manolo, avec sa sonorité ronde, dialogue avec le piano, introduit certains thèmes et prend d'impétueux solos. Le jeu de Marek est tout en nuances, frémissement de la caisse claire avec les balais, tintements des cymbales avec les baguettes et recours à de petites percussions (Maracas). Au total, une musique faite de contrastes entre mélodies empreintes d'une langueur vespérale (Nocturne 1 et 2) et courtes plages expérimentales ouvertes à une improvisation collective (Illegal Beauty, Pyrexed, Asterisk). A découvrir."
Guy Peeters, Cobra.be (03/10/2014)
"Pianist Erik Vermeulen zit in een productieve fase. Na zijn even dwarse als geslaagde album met Seppe Gebruers ('Antiduo') en een zoveelste samenkomst met droompartner Ben Sluijs ('Decades'), staat hij er voor het eerst in vijf jaar nog eens met zijn Trio met bassist Manolo Cabras en drummer Marek Patrman.
Productiviteit staat hier ook gelijk aan inspiratie, want Vermeulen is in België nog steeds hors catégorie, een pianist met een heel eigen temperament: eigenzinnig, onvoorspelbaar en toch herkenbaar. Op 'Asterisk' verzamelt het trio vooral korte stukken tussen knorrig, vrij verkeer en momenten van delicate lyriek of raadselachtigheid. Het is geen snelle hap, het blijft vaak zoeken naar een ingang, maar de indruk die het sterkst nazindert is die van een uitgebalanceerd geheel waarin geen noot, cimbaaltik of ritsel te veel steekt."
Karel Van Keymeulen, De Standaard, p.8, (17/09/2014) ****
"Pianist Erik Vermeulen verheft zelden zijn stem op Asterisk, kiest nooit voor virtuoze demonstraties en speelt met een poëtische intensiteit." (...) "Deze muziek blijft altijd raadselachtig en onaf. 'Subdominance' is een mooi voorbeeld van hoe het trio werkt, met een zuivere pianosound, Manolo Cabras die er zijn bas zachtjes tussen duwt en drummer Marek Patrman die meesterlijk is op de cimbalen." (...) "Nauwgezet voert dit trio de luisteraar langs pure, gave muziek."
|
|
|
|