|
|
|
eNR008: wirklich Welt so by de Beren Gieren
Jazzmozaiek (2011/4)
"Ze doseren op gepaste tijde en laten zo bijvoorbeeld neurotische sfeerbeelden contrasteren met een luchtiger intermezzo. Experiment wordt daarbij gekoppeld aan vloeiende melodielijnen. Nooit vrijblijvend maar steeds ambigu is de rode draad hier."
eNR005: Spontaneous Acts Of Provocation by Kris Wanders /Yusuke Akai/Shoji Hano
Jazz à Paris, Canalblog (30.08.2011)
"Trois pistes aux noms très ... sobres : act 2 (22mn), act 6 (10 mn), act 9 (33mn). Pas de réveries induites par la puissance évocatrice des titres, des actes. La 2e piste, l'acte 6 donc, commence sur une divergence assumée. D'une part, un duo guitare-batterie tout de pseudo mélodies déchiquetées, de craquements, d'éclats secs, de granulations nerveuses, dérivant progressivement vers une tension quasi fébrile, ponctuée de cris. De l'autre, un ténor aux lamentations lentes, aux vibratos amples, sans retenue. Comme un léger parfum d'Ayler. Puis ce chant se fait dense, et s'entrelace à celui du duo. Dès lors, l'intensité est là, une quasi transe qui nous saisit et qui ne nous lâche plus. Musset (et sa "nuit de mai") se rappelle à notre mémoire, effet d'une culture maigrichonne : « ... Et j'en sais d'immortels qui sont de purs sanglots » . Non qu'on puisse associer ces sanglots à de quelconques épanchements de Kris Wanders, mais il est de fait que son chant s'insinue, bouleverse. Appelez ça le talent et tout sera dit. Écoutons ensemble cette pièce, la plus courte du CD "Spontaneous Acts of Provocation" . Et le reste du CD ? De la même eau, vivifiante et trouble, acide et forte, enivrante. Une musique improvisée qui fêterait ses retrouvailles avec la verve incandescente du jeune Free. "(...)." (A+)
eNR004: Live in Milano by Riccardo Luppi's Mure Mure
Jazzques, Jacques Prouvost (14/06/2011)
"J’avais reçu ce disque, étrange et fascinant, édité par El Negocito Records, mais je n’avais jamais eu l’occasion d’en parler. Il a été enregistré live, lors du festival Ah-Um à Milan en 2008. Totalement improvisé. Un ovni. Un must. "(...)"Le premier morceau est une lente progression plaintive. Telle le chant d’une sirène, Lynn nous ensorcelle. Puis tout devient nerveux. Comme une mouche prisonnière d’un verre, le sax tente de s’échapper. Les rythmes deviennent erratiques, Manolo tire sur les cordes de sa contrebasse, Joao casse aussitôt les tempos qu’il initie… On plonge ensuite dans un rêve d’enfant. Ambiance amniotique, sourde, feutrée. Le rêve est légèrement agité. L’archet de Manolo grince tendrement, Riccardo dépose un souffle chaud et rassurant. Joao s’aide de sachets plastiques pour frotter les peaux des tambours. Lynn ressort ses kazoo, clochettes, petites cymbales, hochets. Elle chante une histoire sans image. On flotte entre rêve et réalité, entre angoisse et apaisement, entre nervosité et langueur. Le quartette nous emmène dans un monde musical étonnant, il tente de nous câliner, de nous bercer, de nous blesser aussi, et de nous perdre… pour mieux nous rattraper au dernier moment. L’expérience est déroutante, mais tellement excitante. Il y a une telle connivence entre les musiciens, qu’ils peuvent improviser des histoires comme ils veulent. C’est un cadavre exquis. Exquis. (...)." (A+)
eNR004: Live in Milano by Riccardo Luppi's Mure Mure
Guy Peters, Draai om je Oren (06/03/11)
"De Italiaanse tenorsaxofonist Riccardo Luppi heeft een sound die soms erg sterk op die van de Amerikaan David S. Ware lijkt, en dat terwijl de ritmesectie die hem hier ondersteunt (bassist Manolo Cabras en drummer João Lobo) met even veel verve de vrije oorden opzoekt. Sommige passages zijn duidelijk geworteld in de freejazzrevolutie van de jaren zestig (denk aan Albert Ayler, Archie Shepp en Pharoah Sanders), met een bluesy schwung en nerveus onderliggend gerammel dat misschien niet echt 'swingt', maar dan toch een immense dynamiek aan het geheel geeft. Wat dit kwartet een ongewone, zelfs markante sound geeft, is de aanwezigheid van Lynn Cassiers (zie ook Jozef Dumoulins project Lidlboj), een jazzzangeres met een zwak voor elektronische speeltjes en manipulatie, die regelmatig erg bepalend is voor het totaalgeluid. Is het soms al zoeken naar pure (free-)jazz bij deze band, dan sleurt zij haar drie kompanen vaak mee in haar kielzog, op weg naar een avant-gardewereld, waar elektro-akoestisch experiment en rotzooien met textuur dominant zijn. Hoewel ze ongetwijfeld een aardig stukje kan zingen, krijg je dat zelden te horen; die stem wordt immers verwerkt met loops, vervormd en bewerkt, en breekt soms resoluut met het conventionele door te kiezen voor het met noise flirtende experiment, wat niet altijd even goed uit de verf komt. Bij het onheilspellende 'Caronte's Bell' denk je meteen aan Diamanda Galás' hysterie en tijdens het etherische 'Cross Fades' zorgt haar sirenengezang voor een verrukkelijk contrast met Luppi's klaagzang op de tenorsax, maar in 'Sure Enough' blijft het vooral steken bij kinderlijke theatraliteit. Gelukkig krijgt de tweede helft van het stuk nog een potige free-jazz wending."
eNR001: Monday Night Sessions at El Negocito by Barcella/Van Herzeele
Patrick Auwelaert, Kunsttijdschrift Vlaanderen 334, p. 64 (02/2011)
"(...) de meest compromisloze jazzcd van eigen bodem die mij de laatste jaren ter ore is gekomen. (...) In essentie ondernemen beide muzikanten al spelend een existentiële queeste naar de diepste bronnen in zichzelf. (...) Deze ongemeen rauwe cd, waar een bij ons zelden gehoorde urgentie van uitgaat, is dan ook een regelrechte aanslag van een tweemansguerilla op alles wat riekt naar oppervlakkigheid en naar vrijblijvend gezwets en gemor. Te nemen of te laten, een tussenweg is niet mogelijk."
eNR002: Moker
Patrick Auwelaert, Kunsttijdschrift Vlaanderen 334, p. 64 (02/2011)
"(...) Slotsom: vitale muziek van een groep met een eigen idioom die in vergelijking met vier jar geleden nog aan kracht en maturiteit heeft gewonnen."
eNR003: Backo by BackBack
Patrick Auwelaert, Kunsttijdschrift Vlaanderen 334, p. 64 (02/2011)
"Muzikale trio's hebben al vaker bewezen dat ze een geluid kunnen neerzetten dat net zo solide is als dat van grotere bezettingen. Het Gentse BackBack vormt op die regel geen uitzondering. Met een rudimentair instrumentarium creëren Filip Wauters (gitaar, baritongitaar), Marc De Maeseneer (baritonsax, tenorsax) en Giovanni Barcella (drums) een doortimmerde sound die staat als een huis. Zelfs in rustigere nummers maakt hen dat tot een powertrio, waarin de afwezigheid van een bas geen bezwaar vormt om uit te pakken met opzwepende, maar tegelijk subtiele en genuanceerde muziek met een hoog adrenalinegehalte. Zo valt elk nummer op Backo – na BackBack uit 2006 de tweede cd van het trio – nog best te vergelijken met een muzikaal shot, bestaande uit een onversneden amalgaam van diverse stilistische bestanddelen, dat een krachtige uitwerking heeft op hoofd, hart en buik van de luisteraar. De acht relatief korte nummers, alle geschreven door Wauters, gaan in de meeste gevallen een dialoog aan die niet zonder slag of stoot verloopt, maar die in the end wel tot eensgezindheid leidt. Op 'Reserva' bijvoorbeeld klinkt het trio als een orkest on the run. Enerverend, maar tegelijk ook spannend en bezwerend. Hoe de uitgemergelde gitaarklanken van Wauters telkens weer opbotsen tegen en tegelijk harmoniëren met de sonore, staccato baritonsaxstoten van De Maeseneer: je krijgt er nooit genoeg van. Voeg daarbij de inventieve drumpartijen van Barcella, die een web spannen omheen de uithalen van zijn partners in music, en je bekomt een muzikaal statement dat niet zou misstaan als soundtrack bij een film van Jim Jarmusch of Hal Hartley."
|
|
|
|